Het is mijn wens om je door mijn persoonlijke verhalen mee op reis te nemen in je eigen bewustzijn, om je blik en je hart te openen voor andere mogelijkheden en zienswijzen…

Donderdag 31 oktober, 10.22 uur

Amelisweert, zon, koud, jasmijnthee, stilte op het terras, mijn favoriete koekje, verwennerij, winterjas en nieuwe wintertrui, meerkoetje, medereizigers met een krant en cappuccino, gedeelde stilte, herfstkleuren, gevallen blaadjes in het water, warme wangen, koude voeten, dekentje onder mijn kont.

Tijd en aandacht voor mij.
Zo hard gewerkt de afgelopen dagen,
de afgelopen weken,
de afgelopen jaren,
de afgelopen levens…

‘Wat heb jij je lang staande gehouden,’ zei Kirsten tegen mij afgelopen maandag. Ja, knikte ik, terwijl de tranen kwamen. ‘Goed zo, laat maar stromen,’ zei ze.
Ik lag in foetushouding in haar armen op de behandelbank. Ik was de beweging van mijn lichaam gevolgd, wetende dat als ik luister en meebeweeg, mijn lichaam de weg kent naar verlossing van dat wat me blokkeert, niet alleen fysiek, maar ook emotioneel, mentaal en energetisch. Ze wiegde me zachtjes. ‘Toe maar, je kunt het.’
Ik huilde vanuit mijn tenen. Zoveel pijn, zoveel verdriet.
Mijn God wat heb ik veel gedragen,
uit mijn jeugd, uit vorige levens.
‘En adem maar,’ hoorde ik de stem van Kirsten dichtbij mij.
Ik hapte naar lucht. Oh ja, ademen!
Er kwam ruimte.
De beelden bleven komen, de kwartjes vielen, één voor één.
Zo vaak ontkend in mijn weten, mijn vrouwelijke wijsheid over intimiteit, aanraking, inwijding.
Klein gehouden, bang gemaakt, afgewezen.
Zo vaak gevochten voor mijn waarheid.

Maar ook verwringing in mijn lijf en energiesysteem.
Verwarring op kind zijn en vrouw zijn.
Ik zag mijn dochter van 12 voor me en hoe ik ongewild en onbewust issues uit onze vrouwenlijn aan haar doorgaf.
Nog meer tranen. Au, Au, Au!
Zo alleen.
Zo’n eenzaam pad.
Zoveel mensen in al die levens die me niet begrepen, veroordeelden. Ja, ik heb fouten gemaakt, in al die levens én in dit leven, daar leer ik van. Maar mijn intentie was zuiver, altijd.
‘Kun je aan je dochter vragen om te vertrouwen dat dat wat je doet oké is, zelfs als zij het niet begrijpt?’ Dan kan ze jou loslaten in vertrouwen.
In gedachten herhaalde ik haar woorden. Ik sprak in stilte tegen mijn dochter. Kun je vertrouwen dat het oké is wat ik doe, zelfs als je het niet begrijpt?
‘Dit is ook de vraag die ik aan mijn man wil stellen,’ zei ik.
Mijn lichaam draaide zich uit de twist.
‘Kijk maar naar het kind in jou,’ zei Kirsten. ‘De kleine Francisca, was zij zuiver?’
‘Ja,’ snikte ik, ‘zo puur, zo zuiver. Zij was een lichtkind.’
‘Kun je voelen dat zij nooit alleen was, dat ze altijd is gesteund door het licht?’
‘Ik heb het altijd geweten,’ zei ik, ‘er is zoveel weten, zoveel wijsheid. Maar voelen kon en kan ik het niet.’
‘Voel nu maar,’ sprak Kirsten rustig. ‘Adem maar.’

Ik lag inmiddels op mijn rug, mijn knieën gebogen. Mijn longen zogen zich vol met lucht, met het licht dat ik om mij zag.
En ineens was het er.
‘God, wat een licht!’ riep ik uit, terwijl een lach vanuit mijn buik omhoog borrelde. ‘Wow!’
Ik ontspande mijn benen, mijn lijf, ik zakte heel diep in mijn bekken.
‘Ik ben in een tunnel,’ vertelde ik. ‘Een tunnel van licht. Er is licht om en in mij, het valt samen.’
Ik straalde van top tot teen. Niet alleen ik lachte. Ons gezamenlijk lachen vulde de praktijkruimte.
‘Nu kan ik eindelijk vrouw zijn,’ verzuchtte ik.

Het werd stil.

‘I’m totally at peace,’ zei ik na een tijdje. ‘Heel gek, alsof ik dood ben.’ Ik deelde de woorden die tot mij kwamen. ‘Rust nu maar uit, je hebt je strijd gestreden.’

‘Ik ga iets geks doen,’ zei Kirsten. Ze legde mijn hand tegen haar wang. ‘Dank je dat je zo dichtbij me bent,’ zei ik.
‘Zuster… Moeder… Kind… Nu kunnen we samenwerken.’
‘Uhm,’ zei Kirsten, dat weet ik niet.
‘Ik bedoel niet jou specifiek, ik bedoel vrouwen in het algemeen. Het is tijd dat vrouwen gaan samenwerken, in deze zachtheid, in deze intimiteit.’
Ik zuchtte diep en opende mijn ogen.
‘Ik hoef, wij hoeven nooit meer op de barricades. We hoeven nooit meer de kracht van het zwaard te hanteren. Nu kunnen we de kracht van het licht gebruiken, van onze innerlijke stroom, het vruchtwater.’

We zaten samen in stilte, deze osteopaat en ik.
‘Wat een cadeau,’ zei ik.
‘Ook voor mij,’ sprak zij.
‘Wat heb jij opgehaald?’ vroeg ik.
Ze keerde naar binnen. ‘Hoe het licht voelt. En wat het is om echt vrouw te zijn.’
We namen afscheid met een buiging in dankbaarheid voor het werk dat we samen hadden verricht. En met een warme omhelzing.

Het is volbracht.
In mij is alles op zijn plek gevallen.
Ik ben een nieuwe werkelijkheid ingestapt.
Laat nu de vrouwen maar komen!

Liefs,

Francisca

PS: Heel fijn om te lezen als dit verhaal jou aanraakt, op welke manier dan ook. Deel je iets met mij via onderstaande reactiemogelijkheid of via de mail?